07.02.22 Meerwaarde van KVO-B in crisissituatie

7 February 2022

Interview met onze Parkmanager Lidy Rutten van Ondernemend Venlo.
Bron: Nieuwsbrief Interpolis vrijdag 28 januari 2022 

Wat doe je in een situatie van dreigende overstromingen?
Direct contact opnemen met de organisaties waarmee ik binnen het KVO-B (Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen) samenwerk, zoals de gemeente Venlo, de brandweer, Waterschap Limburg en Veiligheidsregio Limburg-Noord. Dankzij de korte lijnen heb ik snel informatie kunnen inwinnen om vervolgens samen actie te ondernemen. Heel dankbaar hiervoor!

Parkmanager Lidy Rutten heeft het hele weekend doorgewerkt om de bedrijventerreinen te beschermen tegen het stijgende Maaswater
‘Op sommige plekken hebben ondernemers schade geleden, maar ik heb samen met de organisaties gelukkig ook veel leed kunnen voorkomen, zoals bij bedrijventerrein Groot-Boller. Het is mijn dagelijkse rol om de ruim 1200 bedrijven op de bedrijventerreinen van Ondernemend Venlo van dienst te zijn. Normaal gaat dat om bijvoorbeeld het ervoor zorgen dat bedrijventerreinen bereikbaar zijn tijdens wegwerkzaamheden en het laten repareren van scheef gereden lantaarnpalen. Een crisissituatie als deze had ik natuurlijk nog nooit meegemaakt, maar ik ben er in goede en slechte tijden’.

Op alle bedrijventerreinen onderhield Lidy contact met ondernemers om de situatie van uur tot uur in de gaten te houden
‘Via onze LinkedIn-pagina en de website voorzag ik ondernemers van informatie. Ondertussen bemiddelde ik tussen bedrijven die bijvoorbeeld waterzuigers aanboden. Ik werk al jaren als parkmanager, deze dag zal ik nooit vergeten. Mocht het in de toekomst weer gebeuren: ik heb een stappenplan gemaakt. Je moet dit zeer serieus nemen, dat hebben we nu wel geleerd. Het laat zien hoe belangrijk het KVO-B is. Dankzij het keurmerk heb ik de hulp gekregen die nodig was. Ik wil alle ondernemers die hun dank hebben uitgesproken op mijn beurt ook bedanken. Samen hebben we ervoor gezorgd dat de bedrijventerreinen zoveel mogelijk droog zijn gebleven.’