Beatrixhaven en Willem-Alexanderhaven als voorbeeldprojecten voor de handreiking circulaire economie
Tijdens een brainstormsessie op 17 februari kreeg een selecte groep ondernemers van de bedrijventerreinen Beatrixhaven en Willem-Alexanderhaven de kans om mee te praten over de betekenis van circulaire economie voor het ruimtegebruik op bedrijventerreinen.
Om deze vraag te beantwoorden, werkt het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening binnen Programma Mooi Nederland aan een Handreiking ruimte voor circulaire economie op bedrijventerreinen in en om de stad. Deze handreiking moet een praktische gids worden voor parkmanagers, gemeenten en beleidsmakers in heel Nederland.
Achtergrond en doelstelling
Het ministerie heeft al een beknopt onderzoek uitgevoerd naar circulaire economie op 25 bedrijventerreinen. Ter verdieping worden drie studiegebieden nader onderzocht, waaronder de bedrijventerreinen Beatrixhaven in Maastricht en Willem-Alexanderhaven in Roermond.
De bijeenkomsten zijn niet bedoeld om een ruimtelijk plan te maken voor de drie bedrijventerreinen, maar om praktijkervaringen uit te wisselen en samen te leren. De opbrengsten van de bijeenkomsten worden opgenomen in de praktijkgids.
Terugblik op de eerste bijeenkomst
Op 17 februari vond de eerste bijeenkomst plaats, waar ondernemers, bestuursleden en parkmanagers gezamenlijk nadachten over hoe circulariteit op bedrijventerreinen kan worden geïntegreerd.
De belangrijkste thema’s die aan bod kwamen:
- Ruimtelijke impact: Hoe kan circulaire economie praktisch worden toegepast binnen bedrijventerreinen?
- Uitdagingen en kansen: Welke obstakels en mogelijkheden zien ondernemers en parkmanagers?
- Toekomstperspectief: Hoe zorgen we ervoor dat circulariteit een structurele plek krijgt in ruimtelijke ontwikkelingen?
De input uit deze bijeenkomst helpt om concrete handvatten te ontwikkelen waarmee bedrijventerreinen circulair kunnen worden ingericht.
Meer informatie over dit initiatief is te vinden op: https://www.mooinederland.nu/longread/8-handreikingen-op-gebiedsniveau.
